woensdag 1 juli 2009

Het holenbroeders-broedseizoen loopt op z'n eind.

Zo, dat was me het seizoen wel zeg... Er is veel gebeurd en helaas was er totaal geen tijd meer over om de weblog bij te werken. Nu dus maar even een paar korte terugblikken.
Na de schouderblessure van April volgde de ziekte van Lyme in Mei. Het was al de derde keer dat ik deze bacteriële infectie heb opgelopen. Voor het eerst openbaarde Lyme zich bij mij echter middels de bekende rode cirkel van de ontsteking, de ertythema migrans. Ik merkte echter ook al wel dat ik in een paar dagen tijd 's avonds bovengemiddeld moe uit het veld terugkeerde in de caravan. het geheel resulteerde dus weer in een antibioticakuur die vervolgens je weerstand, maar ook je conditie totaal naar de kl**en helpt met als gevolg nog mee vermoeidheid. Ik heb dus wel kunnen doorwerken waarmee m'n werkgever ongetwijfeld blij mag en zal zijn, want bij veldbiologisch onderzoekswerk blijft het werk NIET liggen als je ziek bent, de vogels wachten niet op je. er zijn dit jaar (in ieder geval in het park de hoge Veluwe) enorm veel teken. Ik heb in juni 3 dagen meegemaakt waarop ik meer dan 100 teken (met als piek 150 stuks) van m'n broekspijpen kon verzamelen nadat ik door het hoge gras had gesjouwd. Desalniettemin resulteerde dat gepeuter toch wel iedere dag in minimaal 1 vastzittende teek per dag. Zo langzamerhand wordt het tijd om je af te vragen of dit nog wel verantwoord is. Het was overigens veelzeggend dat mijn huisarts op mijn vraag of er al een vaccin tegen Lyme op de markt was zijn armen strekte en zijn handen ten hemel hief met op zijn gezicht een groot vraagteken.

Foto: Erythema migrans, de Lyme-onsteking op m'n onderbeen.

Vervolgens was het begin Juni nog een keer raak met een splinter in m'n hoofd. Ook al zoiets waarvan je je in het veld al een tijd afvraagt 'wanneer overkomt mij dit eens?' Ik moest om bij een nestkast te komen onder een doorhangende tak van een linde doorkruipen. Dat bleek dus een tak te zijn die al eens door een passerende landbouwwagen was afgerukt, hetgeen resulteerde in een scherpe priemende punt die je door de nieuw uitgelopen takjes niet meer kon zien. En die scherpe punt moest nu precies over mijn hoofd schampen waarbij hij uiteindelijk een ingang wist te vinden in m'n hoofdhuid en vervolgens afbrak. tja, daar sta je dan, in een bos ver buiten Goor en nog veel werk op het programma. Gelukkig bloedde het (nog) niet en ik besloot om er maar net aan te komen want als je er aan gaat peuteren begint het juist te bloeden. Dus gewoon die dag doorgewerkt met een houten kop. Hanneke heeft 's avonds nog geprobeerd de splinter te verwijderen, maar iuiteindelijk resulteerde het toch weer in een derde bezoek aan de huisarts in 2 maand tijd; zo zie je hem nooit en zo...

O.k. dat was het nieuws van het medische front, terug naar de vogels..
De mezen hebben in de meeste gevallen goede broedresultaten gehad, maar het was wel duidelijk een kenmerkend 'klimaatjaar'. De vogels die het vroegst getimed hadden piekten precies met de rupsenpiek, maar op de gehele populatie was dit maar een beperkt deel. Op het moment dat de grootste cohort mezen de grootste voedselbehoefte voor hun jongen had was het met de rupsenpiek al gedaan. Echter.... er trad dit jaar een werkelijk verbluffende en indrukwekkende 2e rupsenpiek op met gigantische aantallen rupsen, vooral verschillende soorten spanners. zowel op de hoge Veluwe als in Twente waren hele bosvakken vrijwel compleet van bladeren ontdaan. In één deel van het nestkastengebied op de hoge Veluwe waren niet alleen de eiken kaal, maar ook de ondergroei van krent en bosbes was compleet gestript door de rupsen. Op een klein struikje van zaailingen van krentenboompjes van een meter hoog telde ik in korte tijd 14 soorten spanners. Nadat ik op die plek klaar was met het meten en wegen van de jonge koolmezen in één nestkast zaten m'n fiets en fietstassen vol met honderden rupsen. Ook hebben we in dat bosvak een voor Nederland zeldzame vlindersoort op bosbesstruikjes gezien, de speerpuntspanner /Rheumaptera Hastata.
deze 2e rupsenpiek heeft er ook to geleid dat er voor het eerst sinds jaren een topaantal 2e broedsels gestart werden. Tot op deze dag zitten er nog steeds een tiental nesten van koolmezen, en pimpels op de hoge Veluwe en moeten er nog 4 nesten met bonte vliegenvangers uitvliegen waarvan de laatste 2 paar nu jongen van een week oud hebben. In de 10 broedseizoenen dat ik er inmiddels werk heb ik nog maar 1 keer een 2e broedsel van pimpels vast kunnen stellen en dit jaar waren er 4 ; echt uniek dus.
De meeste mezensoorten hadden (wegens kleinepopulatie-omvang bij aanvang broedseizoen) voor grote legsels gekozen. zo ook de zwarte mees en de boomklever. Bij de zwarte mees was een legselgrootte van 10 eieren redelijk normaal te noemen en bijna al deze broedsels waren dusdanig succesvol dat de zwarte mezen in ALLE gevallen af zagen van een 2e broedsel. Een 2e broedsel is juist bij zwarte mezen eerder regel dan uitzondering, maar dit jaar dus niet. Er was overigens wel een minimum aantal broedparen van de zwarte mees, op de Hoge Veluwe slechts 4 paar in nestkasten broedend.
ook bij de boomklever grote broedsels; in Goor een broedsel met zelfs 11 eieren die allemaal uitkwamen en waarbij alle 11 jonge vogels ook daadwerkelijk uitvlogen. Wat moeten die ouders het druk hebben gehad. Ook het aantal broedparen van de boomklevers was beduidend minder dan we de laatste paar jaren gewend waren, maar dankzij het gebruik van kleurringen voor het RAS-project boomklever waar ik vorig broedseizoen mee ben gestart heb ik toch nog een heel stel extra adulten kunnen aflezen die in natuurlijke holtes hebben gebroed en niet in nestkasten.
De bonte vliegenvanger maakt helemaal een extreem seizoen mee... zoals al eerder gemeld, de vroegste aankomstdatum ooit geregistreerd op de hoge veluwe, de vroegste 1e eileg ooit, maar ook nog heel late aankomst van adulte vogels en heel late broedsels. Het is een zeer interessante vraag of die vroege adulten ook vroeger dan normaal weer in zuidelijke richting vertrekken of dat ze net zo lang blijven hangen dan in andere seizoenen. de eerste resultaten van zenderwerk bij grutto's wijzen uit dat vogels die een verloren broedseizoen hebben al veel eerder vertrekken, maar hier hebben we het over succesvolle vogels.
Zo, even weer genoeg, binnenkort meer terugblikken op het broedseizoen, er is nog veel te vertellen.

Maak kennis met 'Flappie'. Één van de reekalfjes die ik dit seizoen tegen het lijf liep. Dit exemplaar had hangende oortjes hetgeen hem van afstand in het veld het uiterlijk van een puppie gaf.