dinsdag 24 november 2009

De laatste vangsten voor Schier in 2009

Vanmorgen nog 2 waqterrallen gevangen, 1 in kooi 4 en 1 in kooi 5. Daarna om 10 uur begonnen met het ontmantelen van de geluidsinstallatie. Aanvankelijk zat vanmorgen vroeg de havik achter het veldlab op de rand van de Arnicaweide te kekkeren alsof het al vroeg voorjaar was. Later op de ochtend hoorden we de vogel weer, maar nu op de oude nestlokatie aan de noordoostzijde van ons vangterrein. We zijn nog niet weg of het broedseizoen lijkt al weer te zijn begonnen. Er leek vanochtend ook weer iets aankomst te zijn van nieuwe vogels; in het terrein zaten duidelijk meer merels en er vloog ook een groter groepje sijzen rond dan op de afgelopen dagen. Vanaf 11:30 uur zijn we bezig gegaan met het ontmantelen van de rallenkooien. Om 14 uur was alles ingepakt en opgeborgen. Het seizoen zit er nu echt helemaal op… Alleen nog de rest van de administratie afhandelen en alle spullen in het veldlab opbergen, de totaallijsten maken en uitprinten en dan huiswaarts.
We kunnen terugkijken op een jaar dat zoals ieder jaar weer op z'n eigen manier uniek te noemen was. Opmerkelijk aan het weer was vooral dat het een heel droog jaar was. Vooral de zomer en het vroege najaar zorgden er voor dat er pas echt water van betekenis in het broekbos stond vanaf begin November. Dezse situatie leverde in September en begin Oktober opmerkelijke aantallen vinken op die kwamen drinken bij de laatste resterende plekjes met water, o.a. in de sloot in het bos. Andere opvallende soorten (in aantallen) waren dit jaar de vangsten van blauwborsten in het voorjaarsseizoen (we vingen er 12 terwijl er in de meeste jaren geen worden gevangen) en de bovengemiddelde aantallen spotvogels. Daarvan ringden we er 65 en vingen we er 28 terug. De roodborst had dit najaar een lange doortrekpiek in meerdere trekgolven (ook landelijk). Wij vingen er aleen al in September en Oktober respectievelijk 277 en 469 en kwamen op een jaartotaal van 607 nieuw geringd en 334 terugvangsten (van roodborsten vang je dezelfde exemplaren bovengemiddeld terug). De Fitis begon in de zomer goed in aantallen maar in de trektijd vielen de vangsten daarvan flink onder het gemiddelde. Daarvan kan al wel geconcludeerd worden dat deze soort kennelijk lokaal een goed broedseizoen heeft gehad maar dat er tijdens de doortrek veel minder vogels ons met een bezoek vereerden dan we in de meeste jaren gewend zijn. Ook goudhaantjes waren slechts in beperkte aantallen aanwezig en dat was eigenlijk conform de landelijke gemiddelden. De vuurgoudhaan manifesteerde zich daarentegen landelijk in hoge aantallen. Ook wij hadden er een bovengemiddeld aantal van, al stelt dat met 30 stuks nog niet zo veel voor vergeleken bij andere ringstations. Merels waren er in grote aantallen, vooral als je in ogenschouw neemt dat we geen geluid draaiden van deze goed op geluid reagerende soort. Een andere geluidssoort, de koperwiek vingen we met 490 exemplaren een aantal dat vergelijkbaar is met andere jaren zonder gebruik van geluid. De zanglijster trok dit jaar landelijk goed door maar hier vingen we er vermoedelijk minder van doordat het vangterrein in de piektijd van doortrek gortdroog was.
In de categorie dwaalgasten zaten we dit jaar flink in de min. Van ons logosoortje de bladkoning vingen we maar 1 exemplaar en verder is alleen de vangst van 1 kleine vliegenvanger noemenswaardig.
Volgend jaar maar weer beter zullen we maar zeggen, tot dan !

Dagtotalen:
---------------------------

Waterral 2 / -
---------------------------
Totaal 2 vogels nieuw geringd, geen terugvangsten = 2 vogels.

Geen opmerkingen: